AI-hervormingen in de EU: een blauwdruk voor technisch leiderschap

0
20

Het Tony Blair Institute (TBI) heeft onlangs een uitgebreid document uitgebracht waarin de noodzakelijke hervormingen worden geschetst voor de Europese Unie om haar positie op het snel evoluerende gebied van kunstmatige intelligentie te versterken. De analyse, getimed naast discussies over de Europese digitale soevereiniteit, vermijdt simplistische oplossingen zoals inkoopquota en richt zich in plaats daarvan op systemische verbeteringen op het gebied van regelgeving, investeringen en talentverwerving. Dit is van belang omdat de EU het risico loopt achterop te raken bij de VS en China op het gebied van AI-dominantie als zij er niet in slaagt doortastend op te treden.

De kernproblemen waarmee de AI-ontwikkeling in de EU wordt geconfronteerd

Het TBI-rapport identificeert verschillende belangrijke structurele zwakheden die de groei van AI binnen de EU belemmeren. Deze omvatten gefragmenteerde markten, al te complexe regelgeving, chronische onderinvesteringen in technische infrastructuur en enkele van de hoogste energiekosten wereldwijd. Het rapport wijst er op scherpzinnige wijze op dat echte digitale soevereiniteit niet gaat over isolatie, maar over het benutten van keuze en invloed in het mondiale technologielandschap. Pogingen om binnenlandse alternatieven te bouwen voor elke technologie zijn economisch onrealistisch en strategisch ongezond.

Oplossing 1: hervorming van de regelgeving en toegang tot kapitaal

De eerste stap op weg naar het versnellen van de adoptie van AI is het herzien van het regelgevingskader van de EU. De TBI pleit voor het vereenvoudigen van de rapportagevereisten, het harmoniseren van de handhaving in de lidstaten via de Digitale Omnibus en het versnellen van initiatieven zoals een Spaar- en Investeringsunie. Deze hervormingen zijn essentieel om de kosten van innovatie terug te dringen en bedrijven in staat te stellen effectief op te schalen. Het document roept ook op tot een aandelenbeurs op het hele continent en modernisering van de arbeidsmarkten – een cruciale stap die vaak over het hoofd wordt gezien in EU-discussies.

Oplossing 2: Infrastructuur en energiezekerheid

De EU moet haar hiaten in de fysieke en digitale infrastructuur aanpakken. Hoewel bestaande initiatieven zoals EU Gigafactories en EuroHPC JU stappen in de goede richting zijn, suggereert het rapport het versnellen van particuliere investeringen in AI-infrastructuur. Cruciaal is dat het ook oproept tot een gecoördineerd Europees energieprogramma, inclusief versnelde vergunningen voor kernenergie en hernieuwbare energiebronnen, om een ​​betaalbare en betrouwbare energievoorziening te garanderen. Zonder veilige toegang tot energie zullen alle andere AI-initiatieven moeite hebben om te gedijen.

Oplossing 3: de adoptie van AI versnellen door middel van prikkels

Om de wijdverspreide adoptie van AI te stimuleren, stelt TBI drie belangrijke aandachtsgebieden voor: de toegankelijkheid van gegevens, een gestroomlijnd regelgevingsklimaat en de hervorming van de academische wereld. De komende Data Union Strategie moet strategische datasets ontsluiten, terwijl overheidsopdrachten en rekenkredietprikkels de marktvraag kunnen stimuleren. Het rapport vermijdt directe vermelding van GDPR-hervorming, maar impliceert dat een dergelijke stap noodzakelijk kan zijn voor echte AI-versnelling. Europese universiteiten worden momenteel beperkt door rigide structuren, verouderde prikkels en niet-competitieve salarissen, waardoor toptalent naar het buitenland wordt gedreven. Om onderzoekers te behouden en aan te trekken moeten universiteiten een grotere autonomie, een concurrerend loon en flexibele trajecten tussen de academische wereld en het bedrijfsleven krijgen.

Oplossing 4: de “Europese digitale stapel” exporteren

Ten slotte heeft de EU een gecoördineerde strategie nodig om haar digitale overheidspakket wereldwijd te exporteren. Initiatieven als Global Gateway moeten effectief worden benut, met regionale technologiehubs bemand door technologen en diplomaten om de Europese normen te bevorderen. De TBI stelt voor een “Europees investeringsversnellingsmechanisme” op te richten om investeerders te helpen de hindernissen op regelgevingsgebied te overwinnen. Hoewel Global Gateway kritiek heeft gekregen, blijft het het meest haalbare mechanisme om de Europese technologische invloed wereldwijd uit te breiden. Door de huidige gefragmenteerde aanpak kunnen bedrijven de export zelfstandig beheren, terwijl veel diplomaten niet over de technische expertise beschikken om dit op efficiënte wijze te faciliteren.

Concluderend biedt het TBI-rapport een pragmatische blauwdruk voor de EU om haar leiderschap in het AI-tijdperk te laten gelden. Het doorvoeren van deze hervormingen vergt gedurfde actie, maar het alternatief – aanhoudende stagnatie en afhankelijkheid – is veel duurder. De EU moet nu handelen om haar toekomst veilig te stellen in een wereld die steeds meer wordt gevormd door kunstmatige intelligentie.